Begroting 2019

Financiële beschouwingen

Financiële beschouwingen
We bieden u een sluitende Programmabegroting 2019 aan. Net als vorig jaar is de septembercirculaire verwerkt in deze meerjarenbegroting. De financiële uitwerking van het coalitieakkoord vormde de basis van de Kadernota 2019. In de kadernota zijn naast de ontwikkelingen van bestaand beleid uit de tweemaandsrapportages nog een aantal ontwikkelingen opgenomen: circulaires en prijs- & loonindexering, één voorstel wettelijk verplicht nieuw beleid en er is geld voor overige (belangrijke) ontwikkelingen opgenomen. Voor de volledigheid ging het om:

(x € 1.000,-)

2019

2020

2021

2022

Garantiebanen

10

10

10

10

Verzelfstandiging buitensport

100

100

100

100

Onderhoud 't Klokhuis

50

0

0

0

Reservering opgave InterBestuurlijk Programma

0

490

1.015

1.300

Organisatieontwikkeling:
- formatie bedrijfsvoering
- formatie regionale economie (thema regionale economie)

100
50

100
50

0
50

0
50

Implementatie Omgevingswet

310

360

285

0

De financiële uitwerking van de Kadernota 2019 is verwerkt in het saldo van de meerjarenbegroting 2019-2022. Het saldo van de meerjarenbegroting 2019-2022 is als volgt:

(x € 1.000,-)

2019

2020

2021

2022

Saldo meerjarenbegroting 2019 - 2022

+ 476

+ 384

+ 203

- 165

Hoe dit financiële beeld tot stand kwam na de behandeling van de Kadernota 2019 leest u in de financiële analyse. Hier leest u ook meer over de budgetaanpassingen die we verwerkten tijdens de begrotingsvoorbereiding. In de financiële analyse geven we dus alle ontwikkelingen weer die hebben geleid tot dit meerjarenperspectief.

Nieuw ten opzichte van de begroting 2018 is een toelichting op de afwijkingen tussen de verschillende jaren. Hiervoor verwijzen we naar het desbetreffende taakveld. Tot slot nam u in september jl. het besluit over de Mobiliteitsagenda Regio Rivierenland. De afgesproken financiële bijdrage is verwerkt in bovenstaand saldo. In de paragraaf InterBestuurlijk Programma leest u meer over dit onderwerp.

Voorstellen nieuw beleid
Als voorstel bij deze begroting doen we u 17 voorstellen voor nieuw beleid. Het betreft vier voorstellen structureel nieuw beleid, waarvan twee met dekking. Twee zijn er eveneens wettelijk verplicht. Verder betreft het 13 voorstellen incidenteel nieuw beleid. Om al deze voorstellen uit te voeren brengen we de meeste voorstellen ten laste van het begrotingssaldo 2019. Verder stellen we voor om € 100.000,- eenmalig te onttrekken uit de algemene reserve en eenmalig € 100.000,- te onttrekken uit de reserve Sociaal domein.
In de toelichting op de voorstellen van nieuw beleid vindt u hierover meer informatie. Hieronder geven we het totaalbeeld weer uitgesplitst in structureel en incidenteel nieuw beleid.

Overzicht  (structurele lasten) nieuw beleid (x € 1.000,-)

2019

2020

2021

2022

Wettelijk nieuw beleid

E-facturering

10

10

10

10

Dekking reserve informatie- & automatiseringsplan 2017-2021

- 10

- 10

- 10

- 10

Algemene Verordening Gegevensbescherming

20

20

20

20

Noodzakelijk nieuw beleid

Formatie-uitbreiding Ruimtelijke Ontwikkeling

91

91

91

91

Formatie-uitbreiding Zorg en veiligheid

75

75

75

75

Dekking reserve Sociaal domein t/m 2021. Structurele budget-verlaging vanaf 2022

- 75

- 75

- 75

- 75

Wenselijk nieuw beleid

Geen

-

-

-

-

Saldo structurele lasten nieuw beleid

111

111

111

111

Overzicht  (incidentele lasten) nieuw beleid (x € 1.000,-)

2019

2020

2021

2022

Wettelijk nieuw beleid

Geen

-

-

-

-

Noodzakelijk nieuw beleid

Thema Kerngericht werken

50

Dekking Algemene reserve

- 50

Thema Klimaat en duurzaamheid

40

Dekking Algemene reserve

- 40

Gemeentelijk groen- en bomenbeleidsplan

25

Gedeeltelijke dekking Algemene reserve

- 10

Stimuleren asbestvrije daken

23

21

Actualisatie archeologiebeleid

30

Doorontwikkeling fietsroutenetwerk Rivierenland

33

Inkoopadviseur

60

80

Duurzame instandhouding klompenpaden

16

16

Leefbaaarheidsbudget

30

30

Kerngerichte zorg

50

50

Dekking reserve Sociaal domein

- 50

-50

Uitwerkingsprogramma Burense visie op het kind

40

40

Formatie-uitbreiding Beleidsmedewerker groen

78

78

Wenselijk nieuw beleid

Sportverenigingen ontwikkelen naar open clubs

25

Saldo incidentele lasten nieuw beleid

350

265

Als u besluit alle voorstellen nieuw beleid over te nemen dan heeft dit het volgende effect op het saldo van de meerjarenbegroting 2019-2022:

(x € 1.000,-)

2019

2020

2021

2022

Structureel nieuw beleid

- 111

- 111

- 111

- 111

Incidenteel nieuw beleid

- 350

- 265

-

-

Structurele verlaging reservering InterBestuurlijk Programma

+ 280

Saldo meerjarenbegroting 2019 - 2022 inclusief nieuw beleid en dekking

+ 15

+ 8

+ 92

+ 4

Toets toezichthouder
Het saldo van de meerjarenbegroting 2019-2022 is voor de eerste drie jaar positief. De toezichthouder hanteert echter een andere toets. De toezichthouder toetst (artikel 203 Gemeentewet) namelijk of de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Dit betekent: zijn de structurele baten hoger dan de structurele lasten en zijn de geraamde budgetten volledig, realistisch en haalbaar? Wanneer wij de incidentele posten uit de begroting halen, ontstaat het volgende beeld:

(x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

+ 633

+ 779

+ 788

- 341

Wanneer u besluit alle voorstellen nieuw beleid en de voorgestelde dekkingsmaatregel over te nemen dan ontstaat het volgende beeld:

(x € 1.000)

2019

2020

2021

2022

+ 522

+ 668

+ 677

- 172

Met bovenstaande uitkomst verwachten wij onder repressief toezicht te vallen. Dat is de lichtste en normale vorm van toezicht en dat betekent dat wij de begroting direct uit kunnen voeren.

Verdere relevante (financiële) ontwikkelingen

Wegvallen precario-inkomsten
De inkomsten precariobelasting vervallen vanaf 2022. Dat betekent dat 2021 het laatste jaar is dat we deze precariobelasting mogen heffen. In de vorige begroting deden we een eerste aanzet om alternatieve dekking te vinden. In de nu voorliggende meerjarenbegroting 2019-2022 is de alternatieve dekking, zoals al bij de Kadernota 2019 voorgeteld, vanaf 2022 100% gerealiseerd.

Ontwikkeling financiële positie
In de aangeboden Programmabegroting 2019 is ruimte voor incidenteel nieuw beleid. In principe is er geen ruimte voor structureel nieuw beleid. Vanwege het wettelijk verplichte of noodzakelijke karakter stellen we u toch vier voorstellen voor.

De voorgeschreven kengetallen in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing tonen aan dat het financiële beeld van onze gemeente voor 2019 positief is. Alleen het structurele exploitatiesaldo staat nog onder druk (mede door het wegvallen van de inkomsten precariorechten). De netto schuldquote en de solvabiliteit laten een kleine negatieve ontwikkeling zien, maar zijn nog wel voldoende.

In het geblokkeerde deel van de algemene reserve is op dit moment € 2,75 miljoen gereserveerd voor risico's. Op basis van een actualisatie van de risico's voor 2019 stellen we voor het weerstandsvermogen bij te stellen naar € 2,8 miljoen (+ € 45.000,-).

In 2019 is naar verwachting de financieringsbehoefte gelijk aan de kasgeldlimiet. We gaan er vanuit uit dat we in 2019 geen langlopende geldleningen hoeven aan te trekken.

Glasvezel
De besluitvorming rondom het oprichten van een Gemeenschappelijke Regeling is uitgesteld. De financiële effecten voor het weerstandsvermogen verwerken we bij de eerstvolgende actualisatie van het weerstandsvermogen na besluitvorming.
Op basis van de huidige risico-inschatting moeten we voor dit onderwerp circa € 275.000,- reserveren binnen het weerstandsvermogen. Bij een positief besluit onttrekken we dit bedrag uit de vrije algemene reserve.

Gemeentefonds en onderdeel uitname BTW-compensatiefonds
Een onderdeel van het gemeentefonds is een voorschot (inkomst) in welke mate gemeenten BTW declareren bij het BTW compensatiefonds. Het voorschot is een geschatte berekening dat 'het plafond' wordt genoemd. Declareren gemeente minder BTW dan het plafond dan volgt een extra uitkering. Declareren gemeenten meer BTW dan volgt een korting op het gemeentefonds.
Er was grote twijfel over de juistheid van de inschatting. Er komt daarom een andere regeling. Met ingang van 2019 is er geen sprake meer van een voorschot. In de toekomst wordt jaarlijks op basis van de laatste inzichten bij de septembercirculaire van het jaar pas een voorschot gegeven voor het betreffende jaar. Dat voorschot wordt vervolgens afgerekend bij de meicirculaire in het volgende jaar.

Al met al een flinke aderlating, want dit betekent een financieel nadeel van € 550.000,- in 2019 oplopend naar € 930.000,- in 2022. Vanwege de grote financiële gevolgen vroegen we de provincie naar hun standpunt hierin. Hoewel er geen sprake meer is van een voorschot, ontvangen we achteraf wel een bijdrage. Het standpunt van de provincie is een voorschot van maximaal 100% van de korting 2019 met daarbij een voorzichtigheidsprincipe van 50%. In de meerjarenbegroting 2019-2022 houden we rekening met het volgende voorschot:

(x € 1.000,-)

2019

2020

2021

2022

Voorschot in €

183

231

260

275

Voorschot uitgedrukt in % ten opzichte van totale korting 2019

33%

42%

47%

50%

Vennootschapsbelasting (VPB)
De afgelopen maanden zijn de uitgangspunten die belangrijk zijn voor het vaststellen van de VPB-plicht afgestemd met de belastingdienst. Het komt erop neer dat we voorlopig geen aanslag voor de VPB ontvangen. De belangrijkste oorzaak is het verlies op bedrijventerrein Doejenburg II. In september 2018 dienen we bij de belastingdienst over 2016 een nihil-aangifte in.
Jaarlijks beoordelen we of we belastingplichtig zijn. Mocht blijken dat de verkopen op Doejenburg II aantrekken en we het 'on hold' gedeelte ook gaan verkopen dan zullen we zeer waarschijnlijk VPB moeten gaan betalen.

Hondenbelasting
In de nu voorliggende begroting zijn de tarieven voor de hondenbelasting gehandhaafd op het niveau van 2018. Er is geen indexering toegepast zoals opgenomen bij de uitgangspunten van de Kadernota 2019.
Vertaald in euro's is een verhoging van € 4.750,- niet doorgevoerd.

Reserves en voorzieningen
Voor het meerjarig verloop verwijzen we naar het totaaloverzicht van alle reserves en voorzieningen in de financiële begroting. Ook nemen we in de programma's Inwonerszaken, Ruimte en Bedrijfsvoering  een meerjarig overzicht op met reserves die horen bij dat programma.

Aanbevelingen

Aanbevelingen Rekenkamercommissie
Ons voornemen is om te blijven sturen op de innovatie van de P&C-cyclus. In 2019 volgt een verbeterplan P&C en houden we een screening van de budgetten in de begroting op oud beleid. Dit wordt voorgelegd bij de Kadernota 2020.

Verder is de Programmabegroting compact, actueel en toegankelijk en sluit zo veel mogelijk aan op de wensen van de raad en de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie. We hebben de lay-out, opbouw en formulering zo helder en overzichtelijk mogelijk gemaakt. De indicatoren per taakveld zijn makkelijk vindbaar.
We hebben een begroting gemaakt die Smart, Leesbaar, Informatief en Mogelijk is. Vanaf deze begroting gaan we verder werken aan de ontwikkeling van de begroting en de andere instrumenten van de P&C- cyclus. Het doel is dat we documenten maken die de besluitvorming over beleid en de uitvoering daarvan transparant maken. Want dat is wat de samenleving van ons verlangt.